De zwijgers
De straatlantaarns flikkerden, doffe natriumspoken zoemden over de gebarsten stoep. Lex hurkte achter een uitgebrande elektrische scooter, zijn ogen scanden de verlaten winkelpuien. Tien jaar geleden was de stad een droom voor forenzen, een ongerept knooppunt in het netwerk van financiën, technologie en oud geld. Nu was het elektriciteitsnet onbetrouwbaar en de helft van de stad was in het donker komen te staan - niet vanwege de elektriciteit, maar vanwege de mensen die gewoon weggingen.
Een neonbord zoemde boven een oude bodega, de letters halfvergane letters: M R ADO'S. Lex' implantaat flikkerde van binnen. Het zouden overlevenden kunnen zijn, de netwerkploegen, of iets anders. Ze paste de tactiele camouflage op haar jas aan, de polymeerhuid veranderde in het doffe grijs van de steegmuur, en glipte via de achterkant naar binnen.
Binnen lagen planken omgegooid en de inhoud was al lang geleden opgeruimd. Ze stapte over een stapel verouderde medische pleisters, overheidsuitgave, merk 2026. De vriezer zoemde, op de een of andere manier nog steeds operationeel, de deur op een kier. Binnen wachtten ze.
Vier kinderen, niet ouder dan zeven, zitten in perfecte symmetrie op de koude tegel. Hun ogen zwart als gepolijste onyx, hun ademhaling synchroon. Geen beweging, geen woorden. Alleen het gezoem van de vriezer en het vage spoor van ozon in de lucht. Lex ademde langzaam uit. Ze had er eerder een gezien, in een gevangenis in Newark, toen de regering nog deed alsof ze ze bestudeerde.
Ze hadden het mis, of misschien hadden ze wel gelijk en was het iedereen die zijn firmware niet had geüpdatet.
Ze schakelde over op infrarood. Hun lichaamstemperaturen waren laag, te laag voor normale mensen. Een van hen knipperde, een langzame, weloverwogen beweging. De anderen volgden. Ze praatten, maar niet tegen haar. Tegen elkaar.
Lex greep in haar schoudertas, haar vingers stootten tegen de neurale uplink chip die ze had geruild tussen de wrakstukken van een serverpark in Jersey City. Een fragment van ouderwetse technologie, nog steeds functioneel in de juiste handen. Jarenlang had ze op geruchten gejaagd om de mutaties te begrijpen die rond 2027 door de mazen van het net waren geglipt.
Nu stond ze voor het volgende ding, het ding dat niemand kon voorspellen.
De Silent Ones draaiden hun hoofden in perfecte harmonie om. Ze wachtten op haar.
Lex slikte.
"Oké," fluisterde ze. "Laat zien."
Een van hen stak een kleine, delicate hand op, de vingers iets te lang, te precies. De lucht veranderde, moleculen trilden als de binnenkant van een oude kathodestraalbuis.
Haar implantaat schreeuwde statische ruis en toen ging alles uit.
De stad, de kou, de honger - alles was weg.
Alleen het gezoem, alleen het gezoem, alleen het gezoem...
En toen, niets.

